Zo komt je kat warm de winter door
- Denise van Lent
- Jan 15, 2017
- 5 min read
Het is de laatste dagen behoorlijk koud buiten. Er ligt zelfs sneeuw in grote delen van het land. Je zult misschien denken dat je kat met zijn mooie vacht prima uitgerust is om de kou te trotseren, maar het tegenovergestelde zou best wel eens waar kunnen zijn! Deze blog-bijdrage gaat over katten en temperatuur. We kijken samen naar de afkomst van de kat, we stellen vast wat de ideale temperatuur is, en ik besluit mijn bijdrage met het geven van diverse praktische tips, waarmee je het leven van je kat zo aangenaam mogelijk kunt maken op koude, natte winterdagen. Dus ga - met of zonder je kat - lekker bij de verwarming zitten en lees vooral verder. Katten zoeken warmte De meeste katten hebben een favoriet plekje in huis: de bank, het bovenste mandje van de krabpaal, midden in de deuropening of zelfs bovenop de kachel. Ze volgen gedurende de dag het licht en zoeken actief de warmte op. Katten houden van hoge omgevingstemperaturen en kunnen er veel beter tegen dan andere huisdieren. Tijdens de koudere wintermaanden is het belangrijk dat het binnenshuis niet te koud wordt. Dit geldt uiteraard extra voor oudere, zieke of gestreste katten, omdat zij hun lichaamstemperatuur niet zo goed kunnen regelen. Veel mensen zetten de kachel uit wanneer zij gaan werken of op vakantie gaan. Je zou misschien verwachten dat de kat zichzelf prima warm moet kunnen houden met die lekkere dikke vacht. Maar in werkelijkheid kan de kat veel beter tegen warmte dan tegen kou. Hij kan zelfs ziek worden wanneer de omgeving waarin hij verblijft te koud is. Dat geldt niet alleen voor de huiskamer. Denk ook aan de juiste temperatuur in de auto wanneer de kat moet reizen. De ideale temperatuur voor een kat ligt waarschijnlijk een stuk hoger dan je op dit moment denkt! Katten zijn kou en nattigheid niet gewoon
Er wordt verondersteld dat de voorouder van de gedomesticeerde kat, de Afrikaanse wilde kat (‘felis sylvestris lybica’), in een woestijnklimaat is geëvolueerd. Dat betekent dat de voorvaderen van onze huiskatten in een droge omgeving met weinig wind en regen leefden; zo’n beetje het tegenovergestelde van het gemiddelde weer in ons koude kikkerlandje dus. De Afrikaanse wilde kat is dan ook niet aan koude, natte weersomstandigheden aangepast en gebruikt tijdens de koudere maanden van het jaar (van november tot en met februari) een hol om beschut te blijven. Dat kan een holle boom zijn of een spleet tussen de rotsen, maar ook verlaten konijnenholen of dassenburchten worden hiervoor gebruikt. Nu we dit weten, is het opeens géén verrassing meer dat onze ‘huistijgers’ helemaal niet zo goed bestand zijn tegen de combinatie van kou en nattigheid. De bovenste laag van de vacht van de kat is redelijk vocht-afstotend, maar wanneer de hele vacht verzadigd raakt met vocht, raakt de kat zijn warmte-isolatie al snel grotendeels kwijt. De isolerende luchtlaag tussen de haren is dan verdwenen en de vacht wordt zwaar en log. Een kat raakt om die reden snel onderkoeld als hij nat is. Warmteverlies in water vindt zevenentwintig keer zo snel plaats als warmteverlies in de lucht. Als je daar dus niet op aangepast bent, dan kan dat snel gevaarlijk worden! Waar een walrus een lekkere laag ‘blubber’ (vet/spek) heeft om dit warmteverlies op te vangen, hebben katten dit absoluut niet. Het is dus helemaal zo gek niet om je verregende kat droog te wrijven met een handdoek, of hem een plekje te geven met een doek die extra water opneemt. Denk ook aan een droge plek in de tuin waar je kat te allen tijden kan schuilen tegen regen en sneeuw. Heeft je kat het warm of koud?
De ‘thermo-neutrale zone’ van een dier is - kort gezegd - de temperatuurrange waarbinnen het dier zijn lichaamswarmte zelfstandig op peil kan houden. Als de omgevingstemperatuur van de kat binnen de thermo-neutrale zone ligt (dat is bij een kat 30 tot 38 graden Celsius), kan de kat zonder extra energieverbruik zijn lichaamstemperatuur op peil houden. Onze katten voelen zich dus het meest comfortabel bij vrij hoge temperaturen. Hoe goed een kat om kan gaan met kou hangt voornamelijk af van zijn gezondheid en van de dikte van zijn vacht. Een Maine Coon en een Noorse Boskat zijn beter beschermd tegen de kou dan veel andere, meer delicate kattenrassen. De kat past zijn gedrag steeds aan de temperatuur aan. Is het erg koud, dan zal hij meer slapen om zijn energie te sparen. Ook zal hij warme plekjes opzoeken. Je kunt overigens ook aan de houding van de kat zien of hij het koud heeft. Als een kat het koud heeft zal hij zich eerder oprollen als een ‘balletje’. Ook zal hij de uitstekende delen van zijn lichaam (staart, poten en kop) willen optrekken naar het warmste gedeelte van zijn lijf. Je ziet dan bijvoorbeeld dat katten hun pootjes onder hun lijf wegstoppen. Als je katten vaak op deze manier liggen, is de kans groot dat ze het koud hebben. Een kat die ‘s nachts op je hoofd gaat liggen of met je mee de badkamer in wil heeft het vermoedelijk ook koud. En de haren van een kat staan vaak overeind wanneer de temperatuur daalt: dit verbetert de isolerende eigenschappen van de huid en vacht. Zo maak je het zo aangenaam mogelijk voor je kat
Er zijn verschillende manieren om ervoor te zorgen dat de kat het aangenaam warm heeft. Zo kun je bijvoorbeeld de verwarming aan laten staan wanneer je weggaat. Maar ook een kleine kamer waarin een elektrische kachel staat kan de kat comfort bieden. Vergeet ook onze natuurlijke warmtebron, de zon, niet. Katten zullen de zon uit zichzelf opzoeken en je kan ze helpen door een plek te maken waar ze in de zon kunnen liggen. Open de gordijnen en verwijder wat planten en beeldjes van het kozijn die de kat belemmeren om er te gaan liggen. In sommige gevallen kan de warmte van de zon - letterlijk en figuurlijk - verlichting bieden. Door de warmte van de zon werken hormonen en de stofwisseling beter, wordt de huid beter doorbloed en vermindert eventuele kramp of pijn in spieren en gewrichten. Let wel op, want tocht door de venster-kieren kan er natuurlijk ook voor zorgen dat de kat het juist koud krijgt, wanneer hij op het kozijn naar buiten ligt te kijken. Zorg er ook voor dat de kat de meest koude oppervlakken in huis kan vermijden. Denk dan bijvoorbeeld aan koude vloertegels of aan een stenen kozijn. Voorzie dit soort plekken dan ook van warmtebedjes of dekentjes. Aangezien warme lucht stijgt, zal de kat verschillende plekken op hoge plekken ook erg kunnen waarderen. Er zijn verschillende soorten mandjes verkrijgbaar. Als je kat ervan houdt om weg te kruipen onder de dekens, dan kun je kiezen voor een tent-vormige mand of een slaapzak. Andere katten vinden het prettig om te voelen dat hun rug ergens tegenaan leunt. Voor dit soort katten is een donut-vormig mandje beter geschikt. Wanneer je een kat hebt die de hele dag het liefst languit slaapt, dan doe je hem het meeste een plezier met een plat verwarmd bed of een fleece-dekentje. Wanneer je een oudere of zieke kat rond hebt lopen, dan is een mandje soms niet genoeg. Een infraroodlamp of een elektrisch verwarmde mand kan dan een uitkomst zijn.
Ik wens jou en je kat(ten) veel warmte in deze koude dagen!
Comments