
Kat.nl | Kattenziektes en -aandoeningen
Introductie
Katten leven meestal langer dan honden. Als je een gezond, gebalanceerd dieet aanbiedt aan je kat en er zorg voor draagt dat de juiste inentingen worden gegeven en dat de dierenarts je kat periodiek controleert, dan is er in principe geen reden waarom je kat géén lang en gelukkig leven zal leiden. Maar, net als bij mensen, kan het verkeren: je kat kan geconfronteerd worden met ziektes en aandoeningen. Het is daarom van belang om het gedrag van je kat in de gaten te houden. Als je kat onwel is, dan dien je meestal de dierenarts te bellen. Maar sommige dingen kan je ook thuis oplossen.
Je zieke kat thuis verzorgen
Een zieke kat behoor je te laten verblijven in een ruimte die rustig, warm en tochtvrij is. Het is ook fijn als deze ruimte eenvoudig schoon te maken en goed te desinfecteren is. Gebruik voor het desinfecteren een speciaal desinfectiemiddel. Vraag hier zo nodig naar bij je dierenartspraktijk. Sommige reguliere middelen kunnen slecht zijn voor katten, zeker als zij erg ziek zijn. Als een ziekte nogal besmettelijk is voor andere katten (en je hebt meerdere katten thuis), dan is het verstandig om wat oude kleding aan te trekken als je de kat verzorgt. Je kunt de kleding dan achteraf grondig wassen. Ruim braaksel en ontlasting van de zieke kat zo snel mogelijk op en desinfecteer het gebied waar het lag. Je kunt je zieke kat goed helpen door hem zorg, liefde en aandacht te geven. Praat rustig tegen hem en aai hem, zonder de kat lichamelijk te overweldigen. Help de kat zo nodig met eten, drinken en naar de kattenbak gaan om zijn behoefte te doen. Deze zaken zijn tijdelijk jouw verantwoordelijkheid als de kat erg ziek is. Als de kat niet goed eet, dan is er kans op leververvetting! De band die je met je kat hebt zal mogelijk nog beter worden als je hem deze extra zorg biedt. Als je kat medicatie nodig heeft, die je dierenarts heeft voorgeschreven, dan dien je de instructies van je dierenarts goed op te volgen. Er zijn verschillende soorten medicijnen voor katten: drankjes, pillen, capsules, druppels en crèmes. Het belangrijkste bij de toediening van de medicijnen is dat je met vertrouwen handelt. Sommige katten zullen zich heftig verzetten, als je een medicijn wilt geven. Vraag zo nodig assistentie. Als je een medicijn oraal toe moet dienen, houd dan de kop van je kat goed vast, waarna je het medicijn in de zijn mond doet. Klem daarna de bek van je kat kort dicht, tot de kat het medicijn heeft doorgeslikt. Aai eventueel zijn keel kort om het slikproces te stimuleren. Houd bij de toediening van oog- en oordruppels het oog of het oor van je kat goed open. Bij sommige katten is het geven van medicijnen echt niet makkelijk, maar het is ook voor deze katten van belang dat ze hun medicijn goed toegediend krijgen. Wanneer het écht niet lukt om een medicijn zonder veel stress en geworstel toe te dienen, dan zijn er meestal alternatieve medicijnen met een andere toedieningsvorm (denk aan een zalfje in plaats van een pil). Ook bestaan er speciale smakelijke pasta’s waar een pil in gestopt kan worden.

Ongelukken en kwetsuren
Katten kennen doorgaans hun fysieke limieten, maar dit wil echt niet zeggen dat zij nooit domme dingen ondernemen die verkeerd af kunnen lopen. Een kat zou bijvoorbeeld zomaar een paar hapjes van een giftige kamerplant kunnen nemen of een beroerde sprong van het balkon kunnen maken. Het is dan ook nuttig om je te verdiepen in welke eerste hulp je kunt verlenen als er sprake is van een ongeluk(je). Een kat die pijn heeft, zal zich mogelijk tegen alle hulp verzetten. Praat in dit geval kalm tegen je kat en stel hem gerust. De hoofdregel van calamiteiten is niet in paniek te raken en de tweede regel is te vertrouwen op je gezond verstand. Zoek, zodra dit redelijkerwijs mogelijk is, contact met een dierenarts voor professionele hulp. Dierenartspraktijken hebben een speciaal telefoonnummer dat je dag en nacht kunt bellen in geval van calamiteiten. Zet dit nummer in je telefoon. Bel altijd als er sprake is van een ongelukkige val of van een verkeersongeluk. Bel ook als je constateert dat je kat mogelijk een bot heeft gebroken en bij ernstige bloedingen. Neem ook contact met je dierenarts op als je kat niet goed meer kan ademen, bijvoorbeeld door verslikking. Bel ook als je kat een brandwond of brandblaar heeft. En laat het ook niet na te bellen als je kat een hartaanval krijgt. En, tot slot, bel bij andere calamiteiten als je twijfelt. Het is sterk aan te bevelen om een eerste hulp-doos in huis te hebben.
Virale infectieziekten bij de kat
Een virus is géén op zichzelf levend organisme en heeft om te kunnen overleven en daarnaast om zich te reproduceren (voort te planten) een gastheer nodig. Niet alle virussen veroorzaken (ernstige) ziektes. Katten kunnen virale infectieziekten krijgen, zoals kattenziekte, niesziekte en hondsdolheid (rabiës). De ene ziekte treedt vrij snel op nadat de kat geïnfecteerd is geraakt, terwijl een andere, zoals kattenaids, een lange incubatietijd heeft. Tegen veel (maar niet tegen alle) virussen bestaan vandaag de dag effectieve vaccins. Virale ziektes die kunnen optreden bij de kat zijn onder meer niesziekte en influenza (virale rhinitis), waardoor katten onder meer last krijgen van hun keel en van de hogere luchtwegen, met kuchen en niezen als gevolg. Een andere virale ziekte is enteritis (kattenziekte), veroorzaakt door het beruchte feline parvovirus (FPV), waarvan katten ernstige buikpijn krijgen, heftig moeten braken en (bloederige) diarree en daardoor uitdrogingsverschijnselen krijgen. Ook kan een kat geconfronteerd worden met FeLV (kattenleukemie) of FIV (kattenaids). Droge of natte FIP (peritonitis, veroorzaakt door het coronavirus, FcoV) is ook zeer ernstig daar deze ziekte voor heftige ontsteking van de organen van de kat zorgt.


Uitwendige en inwendige parasieten bij de kat
Een parasiet is een organisme dat voedsel en veiligheid zoekt bij een dier (of plant). De parasiet overleeft door te teren op zijn gastheer, die conditioneel achteruit zal gaan of zelfs dood zal gaan. De nodige kennis krijgen van de problemen veroorzaakt door parasieten is de eerste stap in het voorkomen en bestrijden van parasieten. Er zijn uitwendige en inwendige parasieten. Je kat controleren op de aanwezigheid van (uitwendige) parasieten hoor je ten minste één keer per week te doen. Een goed moment is het moment waarop je je kat borstelt. Je kunt dan tegelijkertijd de vacht en de huid van je kat checken. In sommige gevallen is een parasiet die een kat heeft overdraagbaar aan de mens (bijvoorbeeld in geval van een ringworm). Er zijn tegenwoordig gelukkig allerhande anti-parasitaire middelen verkrijgbaar die vrij effectief zijn. Vaak voorkomende parasieten zijn vlooien, teken, luizen, mijten en wormen.
Vlooien bij de kat
De vlo is de meest voorkomende uitwendige parasiet bij katten. Er zijn verschillende soorten vlooien die voorkomen bij katten. De vlooien voeden zich met het bloed van de kat. Een kat met vlooien zal zich welhaast obsessief krabben, vooral bij zijn nek. Kam de kat achter zijn oren, in zijn nek, langs zijn ruggengraat en bij zijn staart. Als er vervolgens donkere korreltjes op de kam zitten, dan is de kans groot dat dit uitwerpselen van vlooien zijn. Deze bestaan vooral uit gedroogd bloed. Zelfs al zou je een vlo zien, dan nog is de kans klein dat je deze kunt vangen of doden, want vlooien bewegen zich ongelofelijk snel door de vacht van je kat. Ze leggen ook eitjes in de vacht van je kat. Deze eitjes komen ook terecht in het tapijt en in het meubilair. Zij zullen spoedig larven worden, die op hun beurt weer vlooien worden, waardoor de plaag zich binnen de kortste keren niet meer beperkt tot je kat. Het is dan ook van belang om niet alleen je kat met een effectief anti-vlooienmiddel te behandelen, maar om ook het huis grondig te behandelen. Het anti-vlooienmiddel moet in veel gevallen bij de kat in zijn nekhaar gedruppeld worden. Vraag je dierenarts naar wat verstandig is.

Teken, luizen en mijten bij de kat
Teken zuigen, net als vlooien, bloed bij hun gastheer. Een teek zuigt zich, anders dan een vlo, voor langere tijd vast aan de huid van de kat. Er zijn verschillende soorten teken. Zij komen voornamelijk voor in landelijke en bosrijke gebieden. Als je een teek wilt verwijderen bij je kat (of bij jezelf) dan moet dit met de nodige zorgvuldigheid gebeuren. Als je het niet goed doet, dan kunnen er deeltjes van de kop van de teek in de huid blijven zitten. Er bestaan speciale tekentangen die het verwijderen van de teek wat makkelijker maken. Luizen komen niet erg vaak voor bij katten, maar katten met een slechte conditie en oudere katten krijgen nog wel eens met luizen te maken. Er zijn bloedzuigende en bijtende luizensoorten. Goede anti-vlooienmiddelen werken doorgaans ook tegen luizen. Er zijn ook diverse soorten mijten die de huid en/of de oren van katten aantasten, zoals de herfstmijt en de oormijt. De mijten kunnen heftige jeuk veroorzaken.
Ontwormen van de kat
Volwassen katten worden regelmatig besmet met wormen, ook al is dat zelden te zien. Volwassen katten kunnen wat vage klachten krijgen als vermagering, een slechte vacht en diarree. Katten die veel jagen en vogels en muizen verslinden moeten vaker ontwormd worden dan een kat die (vooral) binnenshuis gehouden wordt. Er zijn diverse soorten wormen: spoelwormen, lintwormen, zweepwormen, haakwormen, hartwormen en longwormen. In Nederland komen spoel- en lintwormen het meeste voor bij de kat. Regelmatig ontwormen is geen overbodige luxe. Dierenartsen adviseren om eens in de drie maanden te ontwormen met een breed-werkend ontwormingsmiddel (doorgaans toegediend in de vorm van een ontwormingspil). Vraag je dierenarts om advies over het ontwormen.