Hoe vaak poept jouw kat? En hoe komt dat?
- Denise van Lent
- May 15, 2016
- 4 min read

Terwijl de ene kat elke dag meerdere keren naar de kattenbak gaat, heeft een andere maar twee keer per week ontlasting. Op internet wordt vaak beweerd dat een kat nauwelijks of zelfs géén ontlasting zou produceren wanneer hij goed voer krijgt. Daarentegen zou een kat op een slechtere brok veel meer ontlasting produceren en zou deze veel erger stinken. Ontlasting is het eindproduct van de spijsvertering van de kat. Een kat die geen ontlasting produceert gaat op den duur dood. Kattenpoep is dus echt een noodzakelijk kwaad. Vanzelfsprekend vinden kattenbaasjes het prettig als de kat maar een paar kleine drolletjes produceert. Immers, dat scheelt nogal wat schoonmaakwerk. Maar wat is nu het gezondst voor de kat? Ik neem je vandaag mee naar 'kattendrollen-land'. We bekijken hoe katten poepen in een natuurlijke situatie en we bekijken letterlijk - via een video - hoe de spijsvertering van de kat er uitziet om erachter te komen hoe vaak en hoeveel een kat nu ongeveer hoort te poepen. Maar wat is poep nu eigenlijk? Om te beginnen moeten we eerst weten wat poep nu eigenlijk is. Poep is ooit begonnen als voedsel. Aan dat voedsel worden door het lichaam allerlei verteringssappen toegevoegd. Het wordt verscheurd, gekneed en uitgeknepen om zoveel mogelijk voedingsstoffen te kunnen opnemen. Totdat er bijna niets van over is, behalve wat onverteerbare etensresten, dode lichaamscellen, water en heel veel bacteriën. Dat tezamen noemen we dan poep. Omdat poep een afvalproduct is, wil je dat de ontlasting zo soepel en zo snel mogelijk het lichaam kan verlaten. Poep die het lichaam makkelijk kan verlaten is daarom zacht en soepel. Het moet licht indrukbaar zijn. Daarnaast is het volume van de ontlasting ook van invloed op de passage. In het algemeen geldt dat een groter volume van de darminhoud zorgt voor een betere drol. Hoe minder de kat te verteren heeft, hoe langer de poep in de darmen blijft. De poep wordt dan hard en droog omdat de dikke darm water onttrekt uit de poep. Kleine harde, droge keuteltjes kunnen meestal maar met moeite het lichaam verlaten.
Wat poept nu het beste: brokken, natvoer of rauw vlees? Logischerwijs verdiept de echte kattenliefhebber zich in voeding voor katten. Katten zijn obligate (strikte) carnivoren. Dat betekent dat ze vlees moeten eten. Zonder vlees gaan ze uiteindelijk dood. Omdat katten vleeseters zijn, is hun spijsvertering ook specifiek gericht op het verteren van vlees (oorspronkelijk afkomstig van een prooi). Hoe de spijsvertering van de kat er uitziet zie je in de volgende video van Lekker in je Vacht:
Uit de video blijkt onder meer dat de kat evolutionair - qua anatomie en stofwisseling - gebouwd is voor de vertering van vlees. Het is intuïtief aan te voelen dat de vertering van een kattenbrokje net even anders werkt, toch? Immers een kat hoeft bijvoorbeeld niet te scheuren met zijn kaken. Met die gedachte stappen betrokken kattenbaasjes in groten getale over op ‘graanvrije’ brokken. Immers, een kat is niet gemaakt om (veel) graan te verteren, hij heeft vlees nodig. Die gedachte is op zich niet zo raar, maar we gaan nog even verder. Wat ook beweerd wordt is dat goedkope kattenbrokken voornamelijk bestaan uit ‘vulmiddelen’ (ofwel ballaststoffen) en dat daardoor de ontlasting ongezond veel in volume toeneemt en stinkt. Als je deze groep kattenliefhebbers moet geloven, produceert je kat een formaat drol die je van het olifantje Dombo mag verwachten. Daarentegen wordt er flink opgeschept over de bescheiden drollen - die ook nog eens niet zouden stinken - die geproduceerd worden door katten die kwalitatief hoogwaardig voer krijgen. Het feit dat hun kat hooguit één keer per dag een klein beetje ontlasting produceert, zou een teken zijn van een blakende gezondheid.
Hoe vaak poept de strikte carnivoor? Een kat jaagt van nature op kleine prooidieren, zoals muizen en mollen. Een kat heeft hierdoor wel 22 eetmomenten verspreid over de hele dag. In een natuurlijke situatie eet een kat dus vaak maar steeds een klein beetje. De maag heeft zodoende maar een kleine inhoud en kan niet in volume toenemen, zoals bij honden bijvoorbeeld wel het geval is. Uit een wetenschappelijk onderzoek van Olof Liberg (1982) blijkt dat katten die voornamelijk muizen eten, in de natuur gemiddeld vijf keer per dag poepen. Sommige katten poepen wat meer, sommige wat minder. Dat betekent dus dat een kat die het meest natuurlijke dieet krijgt dat er bestaat - namelijk zelf gevangen prooidieren - meerdere keren op een dag poept. Nu verloopt de vertering van brokken anders dan die van muis. En dus is het ook veilig om te beweren dat de poep-frequentie anders zal zijn in geval van brokken. Het zal dan wellicht iets minder zijn. Maar aan brokken worden ook stoffen toegevoegd die de werking overnemen van de natuurlijke onverteerbare resten. Eén keer per dag of één keer per twee à drie dagen poepen is daarom niet natuurlijker en wenselijker dan vaker op een dag poepen. Onverteerbare resten helpen de darmen met hun ‘peristaltiek’. Om diezelfde reden wordt de mens het eten van groenten en volkorenproducten aangeraden. De vezels hebben op zich géén voedingswaarde, ze zijn onverteerbaar! Maar wanneer je als mens deze onverteerbare resten vermindert tot een minimum, bevordert dit allerlei darmklachten omdat je de vertering stillegt. Mensen en katten hebben dus - paradoxaal genoeg - voldoende onverteerbare stoffen nodig om de vertering op gang te houden en van binnen gezond te blijven. Conclusie
Kortom, de bewering dat ‘weinig poepen een indicatie is van een goede gezondheid bij je kat’, kunnen we nu naar het land der fabelen verwijzen. Er is niets goed of gezond aan niet of weinig ontlasten. De geur en het dagelijkse 'schepwerk' zullen we als kattenliefhebbers voor lief moeten nemen!
Comments