De bevalling
- Jacqueline Zeijlemaker, Cattery Van het Gildenhuys
- Feb 3, 2016
- 4 min read

Na negen spannende weken was het op 31 januari zover: Guimauve - mijn rode Abessijnse poes - was namelijk voor die datum uitgerekend. Nu ga ik er zelf nooit van uit dat een poes op de exacte datum zal bevallen. Fokkers hanteren namelijk verschillende vuistregels en het is toch altijd afwachten. Maar haar laatste nestje kreeg Guimauve wel precies op tijd, dus ik had het wel in mijn achterhoofd zitten en ik had dus ook tijd vrijgemaakt en wat afspraken op de lange baan geschoven. Puffen en pootje vasthouden Prima, ik bleef die dag aan haar zijde, want puffen en pootje vasthouden doe je natuurlijk met je eigen mens. En uit ervaring wist ik dat deze poes altijd gaat staan om de weeën op te vangen, wat overigens een heel raar gezicht is; ze staat dan een beetje op doorgezakte achterpootjes, en dan hevig knorrend! Fijn lijkt me anders, maar zij doet het zo. Het ging wel snel, want daar waar een andere kat drie dagen doet over het indalen en ontsluiten, doet Guimauve daar maar één dag over. Op een gegeven moment zie je ze dan wild bewegen en dan gaan ze in formatie liggen om geboren te worden. Dan duurt het meestal niet zo lang meer. Het begon ondertussen al avond te worden en ik zag de nachtbevalling al aankomen. Ik dus aan de poes uitleggen dat ik daar niet zo goed in ben, want ik wil toch ook wel een beetje slapen, maar ze had mooi maling aan me en om middernacht zag ik de eerste perswee. En als Guimauve eenmaal begint te persen, dan komen ze ook allemaal snel achter elkaar. En dat was ook nu zo, want om 03.00 uur waren er vier kittens geboren, in rap tempo achter elkaar; drie crèmekleurige en een mooie rooie. De bevalling op zichzelf is - als de eerste er eenmaal is - meestal niet zo spannend meer. Alhoewel, uiteraard zat ik er met mijn neus bovenop. En toen nummer vier geboren was, bleek al snel dat dit kitten niet helemaal normaal was. Het was - hoe zullen we het zeggen - wat gehandicapt ter wereld gekomen. Maar het kleintje ging driftig sabbelen bij mama en kwam de rest van de nacht goed door, net als de rest.
De kater komt later De volgende morgen lag mama prinsheerlijk tussen haar kroost uit te rusten, en toen ik opstond stond ze al naast me met de vragende blik om eten. En, aangezien ze nog erg ‘hormonaal’ was, kreeg ik er ook een smeekbede bij in de vorm van een klagelijk gemiauw wat ongetwijfeld op zijn kats betekende dat ze honger had en of ik even op wilde schieten. Toen alle katten en ikzelf van ontbijt waren voorzien, ging ik me toch afvragen wat te doen met de gehandicapte kleine en besloot ik even de dierenarts te bellen om te overleggen. Ik heb de toestand rustig uitgelegd. Hij vond het toch het beste om het kleintje in te laten slapen, want anders had het kitten vast ontstekingen gekregen en veel pijn gehad. En overleven, laat staan kwaliteit van leven, zat er echt niet in. En zo ging ik op deze zonovergoten zondagmorgen naar de dierenarts om het kleintje uit - met pijn in mijn hart - uit zijn lijden te verlossen. Ik vond het helemaal niks, maar ik moest maar mijn best doen om verder te kijken dan mijn neus lang is en me daarbij steeds bedenken dat het kitten geen serieuze kans had. Dit was het beste voor de kleine, maar wat had ik het moeilijk! Zoiets als dit was nog nooit eerder gebeurd in mijn carrière als fokker. Het in laten slapen was overigens binnen tien seconden gebeurd en ik heb het kitten zo rustig mogelijk in mijn handen gehouden en geknuffeld terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Ik heb de kleine mee naar huis genomen en heb er een mooi plekje in de tuin aan gewijd. Aangezien kittens nog uit kraakbeen bestaan vind je eigenlijk niks meer terug van zo’n beestje en dat vind ik toch een fijnere gedachte dan dat ze op de grote hoop terecht komen in een crematorium. Veel te onpersoonlijk! Nu was het kitten toch nog een beetje thuis. Een vreselijk sentimentele gedachte - ik weet het - maar ach, ik zit in de overgang, dus laat me!
Genieten geblazen En nu kijk ik iedere morgen met een big smile in de mand die naast me staat. Zolang deze dichtbij me staat, blijven de kleintjes erin, maar zodra ik de mand verzet breekt er paniek uit, dus ik laat de mand maar gewoon even lekker naast me staan tot de hormoonspiegels gedaald zijn en ik voorzichtig - stukje bij beetje - de mand kan verzetten naar een voor mij betere positie, zodat ik ook weer een beetje normaal kan slapen. En wat is het heerlijk om naar die kleine grutjes te kijken! Die kleine pootjes die in de vacht van mama kneden. En als ik die ene aai, begint die zich al om te draaien voor een ‘buiksessie’. Ongelofelijk! En dan die tevreden sabbelende geluidjes en het geronk van de ‘mama-motor’, daar word je toch blij van! Hoe vertederend is het wel niet als ze gapen en zich helemaal uitrekken en blazen al als ik iets te snel beweeg. Het lijkt me onnodig te vermelden dat ik helemaal verliefd ben weer, en zo hoort het ook!
Dat wordt genieten de komende weken!
Comentarios